Na een korte komkommerpauze hebben we wat in te halen. En dus is dit een vuistdikke zomereditie van de nieuwsbrief met de ene Grote Naam na de ander. De trend van dit seizoen lijkt... zwart-wit te zijn? |
|
|
Mocht je al hoofdpijn krijgen van de hoes, dan kun je Hellfire, het derde album van black midi laten voor wat het is. Achter de chaos schuilt namelijk - precies - nog meer chaos. De jonge Londenaren putten graag uit de doos van Pandora wat zich op debuutalbum Schlagenheim uitte in een soort post-punk-reïncarnatie van King Crimson en op Cavalcade in ijzingwekkende hyperjazz. Hellfire is zo mogelijk nog hysterischer en explosiever. Begint de band een nummer met een gemoedelijk americana-melodietje, dan weet je dat je je goed vast moet houden, want achter elk couplet schuilt een duvel in een doosje - en nog één en nog één. Flamenco, Wagner, Caetano Veloso, Stephen Sondheim, Scott Walker en Tom Jones belanden in het black midi-universum allemaal op één veelkleurige hoop - iets waar alleen zeer begaafde muzikanten mee weg zouden komen. Laat dat in het geval van black midi nu net het geval zijn.
|
|
Het popalbum als zelfhulpmethode. Lizzo heeft er min of meer het alleenrecht op. Meer nog dan op doorbraakalbum Cuz I Love You, gaat de Amerikaanse zangeres op Special vol op het self-love-orgel met weinig andere pretenties dan plezier maken. En het werkt. Beastie Boys, Lauryn Hill, Coldplay (jawel) en de nodige disco-invloeden zijn vakkundig gladgestreken tot wat inmiddels onmiskenbaar Lizzo is.
|
|
|
Laten we, omdat het met Neil Young's onophoudelijke releasemachine lastig is het kaf van het koren te scheiden, maar met de headlines beginnen. 'Quit' en 'How Ya Doin'?' zijn enkele van de mooiste, meest hartverscheurende en opvallende tracks die Young in jaren heeft uitgebracht - en dat op Toast, een in 2000 opgenomen album waarvan het bestaan lange tijd geheel werd genegeerd. Het oordeel luidt: de moeite waard.
|
|
|
Lomp is het toverwoord op Cave World, het nieuwe album van Viagra Boys. De zanger van de Zweedse band gromt en loeit alles bij elkaar, een beetje zoals landgenoten The Hives dat ooit deden. Cave World rammelt, stampt, dendert - als een stel cro-magnons die magischerwijs op een drumstel, twee gitaren, een synthesizer en een saxofoon is gestuit.
|
|
|
Ze maakten vijf jaar geleden naam met hun duizelingwekkend eigenzinnige popsound, verdwenen volledig van de radar en zijn nu terug als een soort opgesuikerde Gorillaz: Superorganism. Het nieuwe album, World Wide Pop, is deel videogamesoundtrack, deels bubblegumpop, deels indiefeestje - met gastbijdragen van CHAI en Pavement-zanger Stephen Malkmus.
|
|
|
Hij is wat meer ervaren, kundiger misschien, maar Jack White is er sinds de vroege White Stripes-dagen geen dag ouder op geworden en brengt nog altijd de ene na de andere duizelingwekkende rockplaat uit. Maar ook jonge honden moeten af en toe even rust nemen. Entering Heaven Alive is voor White een aangename adempauze; minder experimenteerdrift, meer down-tempo. Ook wel eens lekker.
|
|
|
Interpol speelde met isolement en eenzaamheid ver voor er ooit een lockdown was. Het maakt dat de als vanouds grimmige post-punk op The Other Side of Make-Believe, opgenomen tijdens de lockdowns, des te harder binnenkomt. Het zevende album van de band uit New York is als een monochroom stadslandschap. Donkere steegjes, verlaten pleinen - allen gehuld in een dikke mist van melancholie.
|
|
|
"Hello, hi!" Nog even uw aandacht voor de nieuwe Ty Segall, tevens het laatste deel in de zwartwitvijfluik van deze week. Eens in de zoveel tijd stijgt de immer productieve garagerockprins uit Californië boven zichzelf uit. Zijn nieuwste is weer eens de moeite waard en doet met regelmaat denken aan T.Rex, Segall's eeuwige inspiratiebron. Zowel tijdens de ballads als in de fuzzy uitschieters.
|
|
|
|
Marcus Mumford's eerste album zonder zonen (maar mét Phoebe Bridgers en Clairo) heet self-titled (16 september). |
|
Classic The 1975, de titel van het vijfde album van de band: Being Funny in a Foreign Language (14 oktober). |
|
|
|